Er was eens een man die drie zonen had. De drie jongens maakten altijd ruzie, ’s morgens, ’s middags en ’s avonds, altijd maar vechten, en nog eens vechten! Op een dag zei de vader: ‘Breng me zoveel takken als je kunt dragen!’ De jongens renden het bos in om takken te verzamelen en ieder van hen kwam terug met een bos takken. ‘Neem nu ieder één tak’, zei hun vader, ‘en probeer hem te breken.’ ‘Da’s een makkie’, zeiden de jongens en ze braken hun stokken in tweeën.
‘Bind nu alle stokken met een touw samen’, zei de vader ‘en probeer nu de hele bos takken te breken’. Ze probeerden het om de beurt, maar de takken die afzonderlijk zo gemakkelijk gebroken konden worden, waren samengebonden zo sterk als staal. ‘Zie je’, zie hun vader, ‘wat jullie met deze stokken doen, kan ook met jullie gebeuren. Wanneer je altijd voor jezelf vecht, word je eenzaam. En als je alleen bent, kun je gemakkelijk aangevallen en gebroken worden. Samen zijn jullie zo sterk als deze bos takken, samen houden jullie stand, afzonderlijk vallen jullie. Dat geldt voor stokken, voor kinderen, voor volwassenen en voor volken.’
En voor EHBO-ers zou ik er aan willen toevoegen. Onze vereniging is sterk als we samen de krachten bundelen, als we over de grens van ons eigen taakje, onze eigen rol, onze eigen afdeling heen durven te stappen en de krachten bundelen. Niet door de ander jouw manier van werken voor te schrijven, maar door een helpende hand te geven.

Ik heb de afgelopen jaren afdelingen gesproken die mij trots vertelden wat zij allemaal geregeld hadden: veel instructeurs, elk weekend een evenementeninzet, binnen de afdeling mensen waar je op terug kon vallen als je ergens je verhaal kwijt wilde. Elk van die afdelingen heb ik gevraagd hun kennis en kunde te delen, wetende dat wij samen sterk zijn. Maar ook wetende dat dat wat er bij een van ons gebeurt impact heeft op ons allemaal. In mijn tijd als voorzitter van een scoutinggroep werd ik aangesproken als in de dagbladen had gestaan dat er elders een sociaal onveilige situatie was geweest. We moeten dus samen zorgen dat onze totale club een veilige en leerzame plek is om als EHBO’er, vrijwilliger en/of bestuurslid te groeien. Het is goed te weten dat veel, maar helaas niet alle, afdelingen bereid zijn kennis te delen.
Voor ons als Landelijk Bestuur wordt dat het speerpunt voor de komende tijd: kennis delen. Met elkaar er voor elkaar zijn. Afdelingen met elkaar in contact brengen, vragen die leven beantwoorden, ideeën en materialen delen. Want de buurafdeling is geen concurrent, maar lid van dezelfde KNV familie. Samen zijn wij lid van dezelfde vereniging, samen houden we het doel van onze vereniging voor ogen : verbetering en uitbreiding van het mooie “Eerste Hulp-wezen’ ten nutte van de gehele bevolking.

Ik vertel niets nieuws. Voor de aanwezigen hier heb ik een print en op social media verschijnt straks een stuk uit de jaarrede van dr. P.H. van Eden, de tweede landelijk voorzitter van onze vereniging. Ik sluit mij bij zijn, op 23 juni 1929 (!) uitgesproken, woorden aan: “Bij alles wat het landelijk-/hoofdbestuur doet, dient het overtuigd te zijn, dat het handelt, niet alleen in het belang maar ook in den geest van de meerderheid der afdeelingen.” Mede daarom kom ik graag naar afdelingen toe, om te zien hoe het bij hen gaat, om de leden te spreken, een keer mee te doen bij een les, vergadering of evenement. Mail mij gerust een uitnodiging.

Blz 4, Voorpost van de dokter juli 1929