2013: Een toekomstbestendige KNV EHBO
Het land ligt in de handen van de volgende generatie. Het lijkt opeens het thema van 2013 te zijn geworden: generaties die hun taken en verantwoordelijkheden aan elkaar overdragen, met elkaar het land vormgeven voor de toekomst. Aan de vooravond van ons 120-jarig bestaan is het goed ons te realiseren dat ook de KNV EHBO aan de volgende generatie zal worden overgedragen. Over vijf jaar zal een ander bestuur zijn aangetreden, zal een andere voorzitter een jaarrede uitspreken. Tenminste, …. dat hoop en wens ik.
Hoe toekomstbestendig is de KNV EHBO? Zijn wij een toekomstbestendige vereniging; een vereniging met een sterke organisatie, een stabiel ledenbestand en die financieel zelfredzaam is? Om met dat laatste te beginnen, als landelijke vereniging houden wij het hoofd boven water. Toch zien we regelmatig dat afdelingen sneuvelen door mismanagement. Vaak wordt de steun van het district of het landelijke bureau pas ingeroepen als het eigenlijk al te laat is. Een te hoge huur, te hoge kosten voor bestuurders, te lage bijdragen voor een cursus, een steeds afnemend eigen vermogen, een kascontrolecommissie die de urgente van haar opmerkingen niet genoeg voor het voetlicht weet te krijgen en een bestuur dat waarschuwingen in de wind slaat en doorgaat op de ingeslagen weg. Het zijn de ingrediënten voor een faillissement. Het wegvallen van een afdeling heeft niet alleen gevolgen voor eerstehulpverlening in de directe omgeving, maar heeft ook impact op de landelijke organisatie. Toch is het van alle aspecten van een toekomstbestendige vereniging de makkelijkst realiseerbare: niet meer uitgeven dan er binnen komt blijft een gouden regel.
Een toekomstbestendige, financieel gezonde, sterke, stabiele vereniging, dat is ons streven. Na mijn licht te hebben laten schijnen over de organisatie van de KNV EHBO zal ik stilstaan bij het ledenbestand. Tot slot zal ik ingaan op de concrete uitdagingen die de komende vijf jaar voor ons liggen.
De organisatie van de KNV EHBO is meer dan haar structuur. Het is (1) de sfeer en cultuur, (2) de in- en externe communicatie, (3) de manier waarop wij omgaan met leden/vrijwilligers en (4) de wijze waarop wij naar de toekomst kijken. Elk van deze punten heeft in meer of mindere mate invloed op onze organisatie en bepaalt zo mede of wij klaar zijn voor de toekomst. Ik licht deze punten toe.
- Kenmerkend voor de KNV EHBO is dat zij een vereniging is, wij zijn met elkaar die verzameling mensen die vrijwillige eerstehulpverlening wil promoten en daadwerkelijk hulp wil verlenen. Helaas zien we die verbondenheid niet altijd terug. In een vereniging zijn het de leden die de sfeer en cultuur bepalen, toch hoor je soms geluiden dat mensen zich ergens niet thuis voelen. Onze kracht als KNV EHBO is onze landelijke spreiding van verenigingen. Als afdeling A niet bij je past, dan is afdeling B of C wellicht de goede plaats. Leden verwijzen naar de afdeling die beter bij hen past is geen zwakte, maar juist een teken van onze kracht. Dat kan alleen als wij, landelijke vereniging, districten en afdelingen, duidelijk zijn over welke keuzes we maken over waar we echt in willen uitblinken en het verschil voor de leden willen maken.
- Om je verbonden te weten met de KNV EHBO is het van belang meer te weten over de KNV EHBO. Ten eerste is er het persoonlijke contact tussen de leden. Juist dat met elkaar leren, met elkaar vormgeven en met elkaar hulpverlenen verbindt de leden met elkaar. Het geeft sociale cohesie, maakt dat men zich voor de ander wil inzetten. Niet voor niets zijn mensen die in groepsverband proberen af te vallen of sporten succesvoller dan individualisten, wij mensen hebben elkaar nodig.
Daarnaast is het inzetten van moderne ICT een must in de communicatie met leden (blogs, video’s, social media). Natuurlijk hebben wij een afgeschermd deel website voor leden, publiceer ik met enige regelmaat een blog, staan onze instructiefilmpjes op YouTube en hebben wij Twitter en Facebook. Maar het hebben van deze middelen is niet genoeg. Het is de wijze waarop je de middelen inzet die het succes bepaalt. Als premier Rutte vandaag de voorpagina van De Telegraaf haalt omdat hij iemands hand vast gehouden heeft na een verkeersongeluk, let wel voor de gemiddelde krant is dat dus EHBO, dan moet je daar vandaag via de social media op reageren. Want morgen is er weer ander nieuws van de dag. - De manier waarop wij omgaan met leden/vrijwilligers vertelt veel over wie wij werkelijk zijn. Het is ook juist dat wat ons onderscheid van andere hulpverleningsorganisaties. Geen hiërarchische structuur, geen organisatie met verplichtingen, geen moeten, maar zelf meepraten, zelf mede vormgeven, zelf bepalen. Als bestuur moeten we daarom op alle niveau’s actief luisteren naar de leden van onze vereniging en ze bij de vereniging betrekken.
- Tot slot is de wijze waarop wij naar de toekomst kijken onderdeel van onze organisatie. Hoe gaan we om met veranderingen in de maatschappij? Hoe weten wij aan te sluiten bij de behoeften van de samenleving? Weten we nieuwe lidmaatschaps- en verdienmodellen te ontwikkelen die passen bij de wijze waarop onze leden/vrijwilligers actief willen zijn binnen de maatschappij. Hebben we een meerjarenvisie die binnen de hele vereniging wordt gedragen en die het fundament is van beleidsplannen?
Als landelijke bestuur zijn we in het laatste jaar van onze beleidsplan 2010-2014. Het komende halfjaar zullen wij, met de verenigingsraad, districten, afdelingen en leden, inhoud en richting moeten geven aan onze voornemens voor 2014-2018. Hoe gaan we naar ons 125-jarig bestaan toe? Welke vereniging zijn wij in 2018? Hoe houden wij ons staande in een maatschappij waar het feit dat de wereld een stukje mooier of beter wordt door wat wij doen, niet voldoende is. Waar moderne leden/vrijwilligers als klant worden beschouwd, je als organisatie je moet realiseren dat leden/vrijwilligers iets komen ‘kopen’ en dat je als organisatie dus iets te ‘verkopen’ moet hebben.
Dames en heren,
Dat alles vraagt veel van ons, bestuurders. Hoe goed zijn wij in het werven en vasthouden van leden? Het inspireren en verbinden van leden en het overbrengen van de toegevoegde waarde van het lidmaatschap aan (potentiële) leden? Weten wij over de generaties heen te kijken en jongere leden bij de vereniging te betrekken? Hoe interesseren we jongere leden voor bestuursfuncties? Ofwel: hoe krijgen we een stabiel ledenbestand?
De ervaring leert ons dat veel van onze cursisten een EHBO-diploma willen halen omdat zij zich machteloos hebben gevoeld bij een ongeval en dat niet nog een keer willen ervaren. Om van dat passieve lid een actief lid te maken, een vrijwilliger, is het nodig dat de cursist ervoor kiest om binnen de vereniging aan de slag te gaan. Onderzoek leer dat vrijwilligers zich bij die keuze laten leiden een mix van motivatie-factoren: het moet zeker leuk zijn, het moet altijd iets opleveren en het mag ook nog juist zijn. De vrijwilliger van nu is bereid zich in te zetten, maar wel op zijn of haar voorwaarden. Hij verwacht dat de ondersteuning en begeleiding goed geregeld zijn, zodat hij de taak kan doen waarvoor hij gekomen is. Deze vrijwilliger wil niet met administratieve processen of vergaderingen vermoeid worden. Als het vrijwilligerswerk onvoldoende oplevert of niet meer boeiend is, is deze vrijwilliger snel weer weg. In de afgelopen jaren is het aandeel van deze soort vrijwilligers gegroeid: al minstens 1/3de van alle vrijwilligers in Nederland gedraagt zich als de zojuist omschreven vrijwilliger.
De relatie tussen de organisatie en de vrijwilliger is veel losser. Vrijwilligers moet je steeds weer moet vragen om zich in te zetten. Dat betekent dat coördinatoren en bestuurders meer tijd kwijt zijn met het leggen en onderhouden van contacten: mensen beschouwen hun vrijwillige inzet niet langer als iets vanzelfsprekends en voelen zich geen mede-eigenaar de KNV EHBO en haar doelstellingen.
Om nieuwe, jongere, vrijwilligers te werven, moeten concrete taken en activiteiten en veel keuzevrijheid geboden worden. Belangrijk daarbij is dat vrijwilligers taak- en resultaatgericht willen werken. Door heldere afspraken over planning en inzet te maken en directe begeleiding te bieden bij de uitvoering verhoog je de kans dat vrijwilligers daadwerkelijk bij lokale evenementen ingezet kunnen en willen worden. Het hebben van een inwerkprogramma voor nieuwe vrijwilligers past bij de huidige visie op vrijwilligerswerk.
Een afdeling of district die ‘vrijwilligerswerk’ in de aanbieding heeft, op zoek is naar ‘bestuursleden’ of ‘extra handen’ nodig heeft, heeft voor de vrijwilliger van nu mogelijk geen interessante producten in de aanbieding. Zoals eerder gezegd is het de truc om je als organisatie eerst verplaatsen in de wensen én de competenties van de vrijwilligers, de klanten: wie zijn je potentiële vrijwilligers en wat willen en kunnen deze moderne vrijwilligers? Als je dat weet, kun je de activiteiten of klussen van de organisatie daarop aanpassen. Als u een dertiger de kans biedt om zijn netwerk uit te bouwen, leiderschaps- en gespreksvaardigheden op te doen en mee te beslissen over de koers van de afdeling, dan is dat een carrièretechnisch aantrekkelijk aanbod tegen een geringe investering van gemiddeld vier uur per week. Houdt u daarna zelf de vinger aan de pols wat tijdsinvestering betreft (verwacht niet per omgaande antwoord op een mail), accepteert u dat hij ook quality time met zijn kinderen wil (dus niet elke week een verplichting voor de KNV) en dat werk, prive en vrijwilligerswerk in een zelfgekozen evenwicht worden gehouden (en u dus misschien zijn partner niet kent), dan kunt u een goede aanwinst hebben voor uw afdeling. Zoals het voor velen hier aanwezig logisch is dat de partner wel betrokken is bij uw vrijwilligerswerk, zo is het voor menig dertiger heel logisch dat je allebei je eigen dingen hebt.
Dames en heren, beste mede-bestuurders,
De komende vijf jaar staan wij voor de uitdaging over de grenzen van generaties heen te denken. Generatie X[1]Y[2]Z[3] gaan de vereniging van ons overnemen, het is aan ons om hen daarbij te steunen. Elke docent in het middelbaar onderwijs kan u vertellen dat de jongeren van nu minder goed zijn in spellen, dat het schrijven van duidelijke betogen niet iedereen gegeven is, dat iets doen voor een ander zonder er zelf beter van te worden haast niet meer voorkomt. Toch zal diezelfde docent u ook kunnen vertellen over de passie die de jeugd kan hebben, de creatieve oplossingen voor aloude problemen, de betrokkenheid bij een zelfgekozen onderwerp aanstekelijk werken.
Het is aan ons deze generaties duidelijk te maken dat je inzetten via onze vereniging leuk is, dat het contacten en vaardigheden oplevert die je ook buiten onze vereniging kan gebruiken en dat je via onze vereniging iets goeds kan doen voor de samenleving. Op het gebied van Public Relations ligt er een waarde uitdaging in het verschiet. Niet alleen om de boodschap uit te dragen, maak zeker ook om als babyboomers en generatie X haar zo te verwoorden dat zij de generaties na ons aanspreekt.
Als wij de verbinding tussen mensen van verschillende generaties kunnen ondersteunen, dan is het precieze leeftijdsverschil is niet zo van belang. En maken we onze ruim 120 jaar oude vereniging klaar voor de wereld van nu.
Dank voor uw aandacht.
[1] Generatie X (geboren tussen 1956-1970)
[2] Generatie Y: ruwweg geboren tussen 1975 en 1990. Diegenen die vanaf 1986 zijn geboren, worden ook wel de ‘grenzeloze generatie’ genoemd of ‘generatie Einstein’. Ze zijn zelfstandiger en individualistischer dan hun leeftijdsgenoten tien jaar eerder waren.
[3] Generatie Z (Vanaf 1990 tot heden):