studiedag van Het Oranje Kruis
Zaterdag 5 november 2011 was ik met veel andere EHBO-ers bij de jaarlijkse studiedag van Het Oranje Kruis. In het Chassé Theater te Breda werden over de meest uitlopende onderwerpen lezingen gegeven en kon aan workshops worden deelgenomen. Natuurlijk is het zo, dat ik altijd wel naar dit soort bijeenkomst probeer te gaan. Het is goed als KNV ons gezicht te laten zien en dat wordt ook altijd gewaardeerd.
Dit keer was ik niet alleen bezoeker, maar had ik een actieve bijdrage bij de workshop: Wet- en regelgeving betreffende eerstehulpverlening. Een discussie met de zaal over aansprakelijkheid van de vrijwillige hulpverlener. Dat is een onderwerp waarvan ik, ook in gesprekken met docenten en cursisten, merk dat het leeft. En ook nu waren er veel vragen. De meest gestelde vraag daarbij was; hoe om te gaan met een niet-reanimatieverklaring of niet-reanimatiepenning. Moet je doorgaan als je eenmaal gestart bent of acuut stoppen?
Nu is de kans dat je als EHBO-er aansprakelijk wordt gesteld voor je hulpverlening erg klein, zeker als je je aan de protocollen houdt. Maar omdat het zaterdag onderwerp van gesprek was, kan ik het ook voor u nog wel samenvatten. Voor de EHBO-er zijn het strafrecht (sr) en het civiele recht van belang. Het strafrecht zegt in artikel 450 Sr dat iedere Nederlandse burger naar eigen vermogen (eerste) hulp moet verlenen aan een medemens in nood als je jezelf daarvoor niet in gevaar hoeft te brengen. Niet voor niets is in alle internationale (en dus ook dat van Het Oranje Kruis) de eerste stap: denken om gevaar voor jezelf, de omgeving en daarna pas het slachtoffer.
Daarnaast is er het civiele recht dat gaat erover of iemand een ander schade heeft berokkend en daarvoor (financieel) verantwoordelijk moet worden gesteld. Het blijkt dat 80-90 percent van de reanimaties gebeurt in thuissituaties. Daar weet het thuisfront van de wens van betrokkene en weten ze dus ook de niet-reanimatieverklaring of niet-reanimatiepenning snel te vinden. Ook de huisarts en het ziekenhuis weten als het goed is wat de wensen van betrokkene zijn.
We praten dus hier over 10-20 percent, die gevallen die u en ik op straat of bij een evenement tegen kunnen komen. En dan is aan u of mij de keuze. Eigenlijk kunnen we niet anders dan gewoon starten met reanimeren, niets doen is geen optie. Er is gewoon geen tijd om te zoeken of iemand een niet-reanimatieverklaring in zijn zak heeft. Ontdek je tijdens je handelingen alsnog de niet-reanimatieverklaring of niet-reanimatiepenning, dan weet je van de wens tot niet-reanimeren en die dient dan uiteraard te worden gerespecteerd.
Het was een zonnige met EHBO gevulde zaterdag.